Begrippen
Hier zie je enkele mogelijkheden hoe je begrippen kan inoefenen.
Probeer er eentje uit voor de begrippen die je in hoofdstuk 5 hebt geleerd.
Let op! Het kruiswoordraadsel is goed voor een keer maar gebruik dit niet als een vaste leermethode.
EXTRA:
- Als je je histokit niet wil gebruiken kan je thuis zelf begrippen kaartjes maken. Je kan dan op de achterkant van deze kaartjes de verklaring schrijven.
- Werk je liever digitaal: je kan je kaartjes ook digitaal maken op een website.
Keuze
1. Individueel
2. In groep/per 2
Keuze uit:
1. Oefen de begrippen in aan de hand van je begrippenlijst in je histokit.
Doe dit door je hand/blad te leggen op de begrippen en het juiste begrip te zeggen bij de juiste verklaring en/of andersom. (Enkel de begrippen die in dit hoofdstuk voorkomen)
2. Educaplay
Oefen je begrippen in aan de hand van een kruiswoordraadsel.
De uitleg van de begrippen staan erbij, vul het juiste begrip in bij de juiste verklaring.
1. In groep
Je geeft om beurten de verklaring van een begrip. Heb je het juist mag je je begrip bijhouden, indien je het fout hebt steek je het terug bij in de stapel.
Indien je niet zeker bent over de verklaring gebruik je de begrippenlijst in je histokit.
2. Per twee
Neem je begrippenlijst in je histokit erbij. (gebruik dit enkel wanneer je niet zeker bent) Vraag om te beurten de verklaring van een begrip. Wanneer je niet zeker bent van de verklaring van de andere persoon, kijk je in de begrippenlijst.